Het project Diftar. Opnieuw maakt het onderdeel uit van de plannen van het college van Burgemeester en Wethouders en is er protest tegen Diftar. Twintig jaar geleden werd ook al in de gemeente gesproken over het voorbereiden en invoeren van dit project. In dit artikel blikken we daar op terug.

IMG 5533 2.JPGJanvanEs

Foto: overhandiging van het rapport van de onderzoekscommissie Diftar door commissievoorzitter Klaas Schra aan Flip Huisman, destijds raadslid namens D66 en plaatsvervangend voorzitter van de gemeenteraad.

Na de gemeenteraadsverkiezingen van maart 1998 kreeg Zoetermeer een zogenoemde Regenboogcoalitie bestaande uit de VVD, PvdA, CDA en GPV-RPF-SGP. In het coalitieakkoord dat toen gesloten werd stond dat de partijen wilden overgaan 'tot de invoering van gedifferentieerde tarieven, op basis van het principe de vervuiler betaalt'. Het idee van de vervuiler betaalt was al eerder ter sprake gekomen maar tot 1998 had het nog niet geleid tot beleid. Het project werd Diftar genoemd: geDIFferentieerde TARieven waarbij per huishouden wordt geregistreerd hoeveel afval wordt aangeboden en waarbij geldt: hoe meer afval een burger aanbiedt hoe hoger de afvalstoffenheffing zal zijn.

De wethouders Andries Heidema (ChristenUnie) en Paul Scheffer (VVD) werden de verantwoordelijke wethouders. Zij gingen de kar trekken. Om een gevoel te krijgen bij Diftar bezochten de wethouders in 1999 gemeenten waar Diftar al was ingevoerd. Ze gingen buurten bij gemeenten en lieten zich informeren over zaken zoals kinderziektes en andere problemen waar men tegenaan liep. Hierdoor wilden zij voorkomen dat Zoetermeer opnieuw het wiel zou moeten uitvinden. Dit alles werd later bekend als 'Tour de Champs'. Opmerkelijk hierbij was wel dat de wethouders dit deden zonder ambtelijke bijstand of ondersteuning. Eén ding was duidelijk, de invoering van Diftar zou een kostbare zaak worden.

Bij het overleg met hun ambtenaren op het Zoetermeerse stadhuis kregen de wethouders vele ‘ja, maar’-vragen van de ambtenaren. Als er een antwoord werd gegeven kwamen daar weer twee of drie nieuwe vragen uit voort. De wethouders ervoeren het als ‘roeien in stroop’. Uiteindelijk werden de ambtenaren overtuigd en stemde ook de gemeenteraad in met het invoeren van Diftar in oktober 2000. De invoering van Diftar werd daarna gezien als een soort militaire operatie. Een citaat van wethouder Heidema uit de eindrapportage: "De implementatiefase van Diftar is na de besluitvorming een militaire operatie geweest. Wat mij betreft zat wel een generaal aan het roer, die als projectleider zijn zaken minutieus voorbereidde, zaken minutieus structureerde, verslag legde, afwijkingen rapporteerde."

 

Gemeenteraadsverkiezingen 2002

diftarTijdens de campagne voor de gemeenteraadsverkiezingen in 2002 werd Diftar het hoofdonderwerp. De vraag tijdens de campagne was of de tarieven die de inwoners van Zoetermeer betaalden, zouden stijgen bij de invoering van Diftar. Er werd een actiecomité opgericht, ‘Schoon milieu oké, Diftar weg ermee’, de SP presenteerde een Zwartboek Diftar en ook D66 voerde campagne tegen Diftar. Om de inwoners voor het project te winnen kwamen de pro-Diftar-partijen in de gemeenteraad met een paginagrote advertentie in het Streekblad van 1 maart 2002. In de advertentie stonden tarieven genoemd die door de wethouder van Financiën, Paul Scheffer, zelf waren berekend. Er was geen sprake van ambtelijke ondersteuning bij het berekenen van de tarieven omdat het ging om een advertentie in het kader van de verkiezingen, een politieke aangelegenheid.

D66 was een grote winnaar bij de verkiezingen in 2002. Zij gingen van 3 naar 7 zetels in de raad. Net als nu had de Zoetermeerse in totaal 39 te verdelen raadszetels. De pro-Diftar-partijen hadden echter besloten om niet samen te gaan werken met partijen die tegen Diftar waren en bovendien wilden de  partijen uit de vorige coalitie na de verkiezingen doorgaan. Uiteindelijk kwam er een coalitie van VVD, CDA en PvdA.

Het nieuwe college besloot om het project Diftar wel door te zetten maar met aanpassingen die voort zouden komen uit reacties vanuit inwoners, bedrijven en instellingen. Er kwamen wijkavonden waarbij de wethouders het nut en de noodzaak van Diftar uitlegden en luisterden naar de vragen, problemen en bezwaren van de inwoners. Het waren drukbezochte avonden, met tweehonderd mensen per avond, en de gemoederen liepen er hoog op. In eerste instantie werd er besloten om een proefperiode in te lassen met als doel om de inwoners van Zoetermeer te laten wennen aan de nieuwe inzamelmethode en het verder werken aan de verbetering van het draagvlak voor de invoering van Diftar dat op 1 januari 2005 zou gaan plaatsvinden.

 

Einde van het project Diftar

Diftar 2Van de proefperiode is het niet meer gekomen want op dinsdag 12 november 2002 besloot het College van Burgemeester en Wethouders dat er niet door zou worden gegaan met de invoering van Diftar. De gemeenteraad had ingestemd met de voorbereiding en invoering op voorwaarde dat het geen negatieve invloed zou hebben op het budget van de gemeente in het totaal. Een andere voorwaarde was dat een gemiddeld huishouden met enige aanpassingen in het oude gedrag wat betreft het aanbieden van afval op dezelfde kosten moest uitkomen of bij extra inspanningen zelfs geld over moest kunnen houden. Uiteindelijk bleek de gemeente niet aan deze voorwaarden te kunnen voldoen en dit, samen met het ontbreken van draagvlak onder de inwoners van Zoetermeer, betekende in 2002 het einde van het project Diftar.

Op 25 november 2002 volgde er nog een raadsdebat. Wethouder Scheffer hield de eer aan zichzelf en kondigde aan het einde van dit debat zijn aftreden aan. Wethouder Heidema zat toen al niet meer in het nieuwe college van na de verkiezingen. Daarnaast besloot de raad tot het houden van een raadsenquête. Een nieuw middel waar de gemeenteraad, dankzij de Wet Dualisering Gemeentebestuur, sinds 2002 over beschikte. Voorzitter van de onderzoekscommissie werd het in 2002 in de raad gekozen raadslid namens de CU- SGP, Klaas Schra. De commissie deed onderzoek naar de manier waarop er invulling was gegeven aan de collegeafspraken in de collegeperiodes 1998-2002 en 2002-2006. Op 23 oktober 2003 werd het eindrapport gepresenteerd.

 

Eindrapport onderzoekscommissie

Het eindrapport van de Diftar onderzoekscommissie gaat maar ten dele over het afvalbeleid, vooral het proces werd onder loep genomen. Een les die hieruit getrokken kan worden, is dat verantwoordelijkheden van de medewerkers en leidinggevenden bij projecten preciezer verdeeld worden. Ook adviseerde de onderzoekscommissie een bestuurlijke waakhond aan te stellen in de vorm van een lid van het College van Burgemeester en Wethouders. De wethouders voelden zich volgens de onderzoekscommissie zo bij dit project verbonden dat ze het risico liepen bijvoorbeeld niet open te staan voor signalen die de uitvoering van het project zouden kunnen bemoeilijken. Ook werd bij grote projecten een tussentijdse audit, dat is een accountantscontrole, of periodiek een nieuwe doorrekening van veronderstellingen uit de begroting geadviseerd.

En de laatste aanbevelingen hadden te maken met communicatie. Het stadhuis zou een meer flexibel communicatieplan en communicatiestrategie moeten hebben en vanaf het begin werken aan draagvlak en enthousiasme onder de inwoners van Zoetermeer.

 

Wat kunnen we er van leren

Twintig jaar later wordt er opnieuw gesproken over de invoeren van Diftar. En zijn er opnieuw problemen, na de goedkeuring van het beleidsplan door de gemeenteraad in december 2020, dienden Zoetermeerse burgers een aanvraag in voor een referendum over het beleid. Het definitief verzoek voor het referendum wordt dinsdag 6 april in de raadsvergadering besproken.

Klaas Schra, voorzitter van de onderzoekscommissie rond Diftar in 2003, ziet nog wel toekomst in Diftar. “Het enige wat je ervan zou kunnen leren is dat het principe van Diftar veel duidelijker gemaakt moet worden. En dan denk ik dat iedereen voor is”, aldus Klaas Schra. “Het gaat om meer bewustwording over afval. Het afvalscheidingspercentage moet omhoog en dat krijg je voor elkaar door bewustwording via Diftar en het scheiden van afval.”

Tekst: Sacha van Vlaardingen

Bron: Eindrapportage Onderzoekscommissie Diftar Gemeenteraad Zoetermeer; gesprek met voorzitter van de onderzoekscommissie, de heer Klaas Schra.

-advertenties-

-goede doel-