Bram Doeves belicht voor u elke week een mooie bridge- of dampartij. Interessante stellingen, een leuke puzzel om over na te denken of een verslag van een goed gespeelde wedstrijd. Deze week:
De verdwenen damrubriek van Financiën
Uit het laatste hoofdstuk van Praatdam, het nieuwe damboek van Johan Krajenbrink, zie mijn vorige rubrieken, blijkt dat Johan de laatste damrubriekschrijver was van het tijdschrift “Wij” van het ministerie van Financiën. Van 1993-1994 schreef hij 11 rubrieken voor Wij. Als argument voor het opheffen voerde de redactie aan dat maar 1% van de lezers de rubriek las. De harde conclusie moet dan zijn, aldus Johan, dat het niet gelukt is om succesvol over dammen te schrijven voor de niet-dammer. Iets te harde conclusie misschien, want 1% van 17 miljoen Nederlanders is 170.000 Nederlanders, en op dit moment zijn er nog slechts 4000 clubdammers. Kortom, Johan had toch aardig wat niet-clubdammers onder zijn lezers. En een aantal daarvan puzzelde mee voor de ladderwedstrijd van de rubriek. Verder gaf Johan wat achtergrondinformatie, vooral over de actualiteit in het dammen. Maar wil je smeuïge verhalen over dammen brengen, dan moet je denk ik meer graven naar stukken uit de geschiedenis van het dammen. De actualiteit is vaak saai, het meeste is zo weer vergeten, zand erover, behalve bij schrijvers die ook nog van het saaiste verhaal een prachtige anekdote kunnen maken. Johan schrijft niet echt anekdotisch (*), maar laat wel heel aardig zien, wat geld en eer met topdammers kunnen doen, en wat een naar mannetje moet dan de topper Andris Andreiko zijn geweest. Heel bont maakte hij het in zijn partij tegen de Amerikaan Leclair. Door een verkeerde opbouw moest Andreiko een schijf verliezen, hij had op dat moment eigenlijk wel kunnen opgeven, maar niet Andreiko, die ging aan de wandel, terwijl zijn klok liep. Daar zou Leclair wel eens flink nerveus van kunnen worden, moet zijn gedachte zijn geweest. Andreiko ging pas weer dammen toen hij bijna geen tijd meer over had. Kortom, hij maakte er een spectaculaire tijdnoodshow van en probeerde Leclair te verlokken om daaraan mee te gaan doen en Andreiko won bijna ook nog! Nog bonter maakte Andreiko het in een partij tegen Wiersma, toen die in een verschrikkelijke tijdnood ging komen. Wiersma had al een tijd niet meer netjes zijn notatiebiljet bijgehouden, en dat was Andreiko niet ontgaan, en daarom keek Wiersma naar het notatiebiljet van Andreiko die hem ook alle gelegenheid daartoe gaf. Zo meende Wiersma te weten dat hij de vereiste 50 zetten tijdig had gedaan en daarna had hij eindelijk weer een zee van tijd om zijn volgende zet te bedenken. Maar toen vroeg Andreiko hem heel vriendelijk om zijn notatiebiljet bij te werken en wat bleek: Wiersma had 49 zetten gedaan en verloor de partij toen door tijdsoverschrijding. Tja, Andreiko had gewoon een zet teveel op zijn notatiebiljet bijgeschreven! Maar achteraf gezien had Wiersma deze lepe Andreiko natuurlijk nooit mogen vertrouwen!
(*) Johan heeft een “aparte schrijfstijl” volgens zijn begeleider bij het afstuderen van Johan als Neerlandicus aan de Universiteit van Nijmegen, waaraan ik toevoeg: ik denk wel eens dat journalisten alleen maar vlot zijn gaan schrijven door ruimtegebrek, dus in het algemeen: schrap gewoon eens 50% van je tekst, Grote kans dat je tot je verwondering nog een veel beter stuk overhoudt.
| Wit aan zet en wint (3x) | ||
 |
 |
 |
Een dambord bevat 50 velden, en is meestal niet zichtbaar genummerd. De nummers zijn van belang voor de notatie van een partij of ook van een stand. De nummering gaat van veld 1 linksboven, van links naar rechts naar 50 rechtsonder. Een streep in de notatie is een zet, een kruis een slag. "Dampuzzels" is bedoeld voor het breedst mogelijke gezelschap van puzzelaars. Wazew: wit aan zet en wint. +: wit wint nu of later.
De puzzels in hoofdstuk 13 van Praatdam vallen uiteen in eenvoudige puzzels die een beetje puzzelaar wel moet kunnen oplossen, dus hier de eerste puzzel, partijproblemen (de tweede puzzel) waarvan je meestal al “tamelijk” snel de cruciale zet kan zien (dat zal hier wel 45x1 zijn) en gecomponeerde problemen (de derde puzzel), die meestal een stuk complexer zijn dan partijproblemen en de cruciale slag is ook nog vaak in nevelen gehuld (al is hier iets met 32x3 waarschijnlijk).
1.13.08 dia 1 Praatdam: 44-39 33x31; 41-37 35x33; 37x39, +.
2.13.13 dia 4 Praatdam: 26-21 16x38; 49-43 38x40; 34-30 25x32; 37x28 19x30 (of); 45x1!!
3.13.11 dia 4 Praatdam: 34-29 23x34; 47-41 36x47; 37-32 28x37; 38-32 47x38; 32x3 34x43; 3x30 25x34; 48x30!!! Schitterend, maar eigenlijk te moeilijk, meer iets voor onze electronische GM Truus.
Bram Doeves, (
U vindt alle denksportrubrieken hier terug: Denksport
