Er is veel mis met het armoedebeleid in Zoetermeer. Dat concludeert de rekenkamercommissie in een zeer kritische rapport over het armoedebeleid. “Je hebt wel eens van die rapporten die je eigenlijk niet wilt ontvangen en waarvan je de boodschap niet wilt horen. Dit is zo’n rapport.”

eurosAan het woord is VVD-raadslid Robbert Moree. Afgelopen maandag spraken hij en zijn collega commissieleden in de commissie Samenleving over het rapport van de rekenkamercommissie. Deze onafhankelijke commissie ingesteld door de gemeenteraad deed onderzoek naar het armoedebeleid in Zoetermeer.

Vernietigend

De conclusies van het rapport zijn vernietigend. “De gemeenteraad heeft geen overzicht in het armoedebeleid en de samenhang van het armoedebeleid met andere onderdelen van het sociaal beleid is niet uitgewerkt. De raad heeft geen volledig en actueel overzicht van het gemeentelijk armoedebeleid en kan hierdoor haar controlerende taak niet goed uitvoeren,” aldus de rekenkamercommissie.

De commissie zet ook vraagtekens bij het effect van het beleid. “De doeltreffendheid van het armoedebeleid is niet goed te bepalen en de effecten ervan zijn beperkt inzichtelijk. Vooraf is een beperkt aantal prestatiedoelen vastgesteld, waardoor de doeltreffendheid van het armoedebeleid niet goed te bepalen is. (…) Hierdoor ontbreekt het ook het inzicht welke prestaties zijn geleverd.”

10 miljoen

Zoetermeer geeft jaarlijks ruim 10 miljoen euro per jaar uit aan armoedebestrijding. De gemeenteraad weet, volgens het rapport, echter niet precies waar dat geld aan wordt uitgegeven. “De verantwoording naar de raad is onvoldoende. Een volledige uitsplitsing van dit bedrag over inkomensondersteuning, sociale participatie en schuldhulpverlening blijkt niet beschikbaar,” aldus het rapport. Het rapport wijst erop dat veel mensen niet weten dat ze in aanmerking komen voor een bepaalde regeling. “Van bestaande regelingen en voorzieningen voor minima wordt beperkt gebruik gemaakt. In 2015 bedroeg het bereik van minima-regelingen 68% van de doelgroep. Voor de jaren 2017 tot 2020 staat de streefwaarde op 65%.”

Communicatie

Volgens het rapport moet de communicatie naar inwoners dan ook een stuk beter. “Zoetermeer gebruikt verschillende kanalen om inwoners te informeren over voorzieningen op het gebied van armoede. De website van de gemeente Zoetermeer biedt informatie over wat de gemeente aanbiedt. Het aanbod van maatschappelijke organisaties is niet eenvoudig te vinden. Verder blijkt dat de procedures voor het aanvragen van voorzieningen niet altijd duidelijk zijn voor inwoners en dan een belemmering vormen voor het indienen van een aanvraag.”

Regie ontbreekt

In Zoetermeer zijn veel organisaties actief op het gebied van armoedebeleid. De gemeente werkt goed samen met deze organisaties. Tussen de organisaties vindt veel overleg plaats, maar, zo schrijft het rapport, er “is gebrek aan afstemming en regie.” De commissie adviseert dan ook: “Neem als gemeente de regie in overleggen met maatschappelijke organisaties en bewaar het overzicht. Neem de regie in de overleggen met de instanties op het gebied van armoedebeleid. Dit geeft de gemeente de mogelijkheid haar armoedebeleid beter in te zetten, geeft steun aan maatschappelijke organisaties en hun vrijwilligers en zorgt voor scherper inzicht in de armoedeproblematiek in Zoetermeer. Doel moet zijn dat gemeente en maatschappelijke organisaties samen als een effectief netwerk gaan opereren dat inwoners na een eerste contact direct weet door te verwijzen naar de instantie(s) die effectief en met maatwerk ondersteuning kan/kunnen bieden.

Politiek

De Zoetermeerse politiek is geschrokken van de conclusies van de rekenkamercommissie. Raadslid Robbert Moree (VVD): “Je hebt wel eens van die rapporten met een inhoud die je eigenlijk niet wilt ontvangen. Tegelijkertijd is dit rapport wel erg nuttig voor het werk van een gemeenteraad. Het rekenkamerrapport bevestigt namelijk dat er iets mist waar we als VVD al jaren om vragen. Indicatoren, sturingsinstrumenten, mogelijkheden om te weten welk deel van het armoedebeleid werkt en welk deel niet.” CDA-fractielid Guus Liqui Lung Guus: “De conclusie is dat de effecten van het armoedebeleid zeer beperkt zijn. De menselijke maat moet terug. Als we het rapport lezen, krijgen we het idee dat eerder vanuit de regels wordt gewerkt dan vanuit de vraag wat mensen die met armoede te maken hebben, nodig hebben. Dat kan niet de bedoeling zijn. We moeten mensen tegemoet treden vanuit vertrouwen. Alleen dan kun je een gesprek met elkaar hebben en op zoek gaan naar een duurzame oplossing.”

Meer investeren in maatwerk

Het CDA wil dat er meer geld wordt besteed aan maatwerk “om Zoetermeerders in armoede nieuw perspectief te bieden. “Als gemeente geven we bijvoorbeeld veel geld uit aan schuldsanering,” zegt Liqui Lung. “Maar we moeten ook veel inzetten op de preventie van schulden. Als we de mouwen opstropen en mensen écht vooruit helpen, maakt het niet uit op welke plek we staan in een top-zoveel-lijstje. We moeten kunnen uitleggen waarom we iets doen en hoe succesvol het is."

Gevolgen

“De gemeente is niet in control en kan niet meten of het eigen armoedebeleid werkt. Kortom, mijn fractie voelt zich zwaar gesteund in onze vele pogingen richting de wethouder om juist deze zaken als meetbaarheid, in control zijn en effectief sturen flink te verbeteren, aldus Moree. “Dat is ons als VVD niet gelukt. De wethouder vond de wensen van de VVD lastig. De VVD vroeg onmogelijke dingen, vond hij. De wethouder verschuilt zich in zijn reactie nu ook weer achter de complexiteit. De VVD vindt dit onbegrijpelijk en onbevredigend.”


Het is nog onduidelijk of de uitkomst van het rapport ook gevolgen heeft voor verantwoordelijk wethouder Taco Kuiper.

-advertenties-

-goede doel-