De geschiedenis van Zoetermeer gaat duizend jaar terug in de tijd. In een reeks verhalen nemen wij u mee op reis door deze duizend jaar geschiedenis. Beginnende bij het ontstaan van het Zoetermeerse Meer en eindigend bij de bouw van Oosterheem. Deze keer: Molen De Hoop.

De meeste dorpen hadden vroeger een eigen korenmolen. Bij Zoetermeer en Zegwaart stond al in de veertiende eeuw een molen aan de straat die toen de Kapellelaan heette, vernoemd naar de Zegwaartse kapel die op de kruising van de Kapellelaan en de Dorpsstraat stond. Vanaf de zestiende eeuw tot 1929 heette de straat Molenweg. In 1929 was de Molenstraat aangelegd en kreeg de Molenweg haar huidige naam, de Stationsstraat, deze keer vernoemd naar station Zoetermeer Zegwaart.

Standardmolen

De molen uit de veertiende eeuw was een standardmolen. Dat is een molen waarvan de molenkast van meestal twee verdiepingen hoog, met daarin de complete aandrijving en de maalstenen, zich op een 60 tot 80 centimeter dikke stam bevindt. Deze stam heet een standard of staak. De molen had aan de achterzijde een ‘staart’. Daarmee konden de wieken op de wind gedraaid worden zodat de windkracht maximaal benut kon worden.

In 1553 waaide deze molen, die toen eigendom was van ambachtsvrouwe Johanna van Zwieten en vanaf 1554 van ambachtsvrouwe Agatha van Alkemade, om. En hoewel de molen enkele jaren buiten gebruik zou blijven moest de molenaar wel ieder jaar de erfpacht van 19 gulden blijven betalen. Uiteindelijk bleef de standardmolen er tot 1669 staan.

Bovenkruier

Eerste korenmolen De Hoop

 

De standardmolen werd vervangen door een bovenkruier. Van een bovenkruier staat de romp vast en ligt de kap, die 360 graden kan draaien, los op de romp. Eigendomsbewijzen uit de negentiende eeuw geven aan dat er sprake was van een wind- en stoomkorenmolen die daarnaast ook een pelmolen was. Bij zo’n molen kon een stoommachine ingezet worden als vervanging van wind-, water-, paarden- of menskracht. In veel gevallen was het zo dat de maalstenen dan werden ontkoppeld van de wieken en aangesloten werden op een stoommachine of een locomobiel (een mobiele stoommachine).

Een pelmolen was een molen waarin bijvoorbeeld gerst, gort, en later ook rijst, werd gepeld. Het kaf, de kerk- en kroonkafjes die bij rijpe vruchten om de graankorrel heen liggen, werd van de graankorrel gescheiden: Het kaf van het koren scheiden. De bovenkruier van Zoetermeer en Zegwaart had drie koppels maalstenen (een koppel is een maalinrichting bestaand uit twee maalstenen) en heette inmiddels De Hoop. Deze molen werd in de vroege ochtend van 16 januari 1897 door een enorme brand verwoest.

De huidige molen De Hoop

Huidige molen De Hoop
In hetzelfde jaar liet molenaar Bastiaan Hoogenboezem de huidige molen De Hoop bouwen. Deze nieuwe molen werd veel hoger. Daardoor kon hij ondanks de flink toegenomen bebouwing aan de Molenweg toch voldoende wind vangen voor het malen. Aan de buitenkant kwam een stelling om de wieken te kunnen bereiken en bedienen. Een van de twee roeden, de soms wel 30 meter lange balken die de basis vormen van het wiekenkruis, was afkomstig van de door brand verwoestte voorganger en was na de brand gerepareerd. De andere roede werd nieuw gemaakt. En om de enorme kracht die de wind uitoefent op de wieken en molen te kunnen weerstaan werd de nieuwe molen gebouwd op een fundering bestaande uit honderden houten heipalen.

In de jaren dertig van de twintigste eeuw werd de molen overgenomen door graanhandelaar Blonk. Hij nam in 1936 een motor in gebruik en naast de molen werd een mechanische maalderij gebouwd. Het interieur van de molen werd gesloopt en de molen werd ingericht als graansilo. In 1939 werden er pogingen ondernomen om de molen te onttakelen. Vaak betekent dat het verwijderen van de kap en het wiekenkruis. Deze pogingen stuitten echter op weerstand vanuit de overheid en daarom bleef het bouwwerk aan de buitenkant een molen. In 1959 kreeg het een grote onderhoudsbeurt en kreeg de romp zijn huidige witte kleur.

Nadat in 1978 de mechanische maalderij was afgebrand sloot het bedrijf van Blonk de deuren en raakte de molen in verval. Om te voorkomen dat de molen verloren zou gaan werd Stichting Molen De Hoop opgericht en werd de molen voor 1 gulden gekocht van de gemeente. Dankzij acties en donaties werd het mogelijk om de molen in de periode 1984-1986 te restaureren en werd het weer in gebruik genomen als ambachtelijke maalderij.

Als u meer wilt weten over dit verhaal, kijk dan ook op sachavanvlaardingen.wordpress.com.

Tekst en tweede foto (huidige molen De Hoop): Sacha van Vlaardingen
Eerste foto (De korenmolen De Hoop van molenaar Hoogenboezem aan de Molenweg (later Stationsstraat), afgebrand in 1897): Stadsarchief Gemeente Zoetermeer, Historisch Genootschap Oud Soetermeer

-advertenties-

-goede doel-