Sinds de 13e eeuw is Zoetermeer, en Zegwaart, een ambachtsheerlijkheid. Eeuwen lang stelde de graaf van het graafschap Holland een ambachtsheer of -vrouw aan die diverse benoemingen kon doen en rechtspraak uitoefende. De graafschap is verleden tijd, maar we hebben nog altijd een ambachtsheer.

Het is in 1345 dat graaf Willem IV sterft bij de Slag om Stavoren. De graaf had geen kinderen en daarmee ook geen opvolger. Door de huwelijkspolitiek van zijn vader, Willem III, konden de koningen van Engeland en Frankrijk en de Rooms-Duitse keizer aanspraak maken op de opvolging. Na lang overleg werd er besloten dat zijn zus Margaretha van Beieren het roer van hem overneemt in Holland, Utrecht en Henegouwen. In de steden heerst er op dat moment onrust die is ontstaan door de zware financiële verplichten die ze waren aangegaan met haar broer Willem IV. Met het geld dat Willem IV via deze verplichten had binnengehaald had hij zijn dure politiek gefinancierd en dan vooral zijn veldslagen. Margaretha en haar regent, oom Jan van Beaufort, de jongere broer van Willem III, slaagden er niet in om de rust te laten terugkeren in de steden.

Vervolgens werd Willem V, Willem van Beieren, de vierde zoon van Margaretha en haar man Lodewijk IV, de Rooms-Duitse keizer, belast met het bestuur van Holland en Zeeland. Op 5 januari 1349 werd Willem V benoemd tot de nieuwe graaf. Zijn voorganger en moeder Margaretha bedong daarnaast een uitkering van 15.000 gulden en een jaargeld van 6.000 gulden. Ondertussen was de situatie in de steden verder verslechterd door de uitbraak van de builenpest, de Zwarte Dood. De steden en edelen wezen toen de uitkering af en Willem V boette aan macht in.

 

Jan I van Egmond versus Dirk III van Brederode

Een aantal edelen, waaronder Jan I van Egmond, op dat moment ambachtsheer van Zegwaart, zag als enige oplossing het los maken van de banden tussen Willem V en Margaretha door middel van een opstand. Door de tussenkomst van Margaretha werd de opstand weliswaar verhinderd, maar de opstandige edelen gaven niet op. Zij sloten op 23 mei 1350 de Kabeljauwse verbondsakte waarbij Jan I een van de hoofdondertekenaars was. Hiermee gaven ze aan dat Willem V landsheer, graaf, moest worden zonder de betalingsverplichtingen aan zijn moeder. De naam Kabeljauwen komt van de roofvissen die graag in de aanval gaan. Margaretha claimt ondertussen Holland en Zeeland weer terug. Op 5 september sloot de plattelandsadel, die Margaretha steunde, een tegenverbond. Zij waren de Hoeken. De naam Hoeken is afgeleid van het woord hoek dat haak betekent, waarmee je de kabeljauw kan vangen. Een van de edelen die Margaretha steunde was Dirk III van Brederode, op dat moment de eerste ambachtsheer van Zoetermeer.

Beide kampen plegen aanslagen op elkaar en er ontstaat een spiraal van geweld. De Kabeljauwen winnen steeds meer terrein waarna Magaretha de hulp inschakelt van haar zwager, de Engelse koning Edward III. Die heeft wel oren naar het uitbreiden van zijn macht in Holland, Zeeland en Henegouwen. Met de steun van de Engelsen bouwen de Hoeken een vloot op om de macht te heroveren en beginnen hun opmars in Zeeland. Onder leiding van onder meer Dirk III van Brederode wordt het vuur geopend bij Veere en winnen de Hoeken de slag.

Vervolgens begon Willem V met de voorbereidingen voor een volgende slag. Hij vorderde koggen, schepen, en verzamelde nieuwe rekruten. Margaretha had ondertussen via een bondgenoot, Jan van Heenvliet, toestemming gekregen om de Engelse vloot via het riviertje Bernisse naar Holland te laten varen. Willem V ontdekte dit en maakte de burggravin van Zeeland, vrouwe Machteld van Voorne, tot zijn bondgenoot waardoor de doorgang van de Engelse vloot op losse schroeven kwam te staan.

Slag bij Zwartewaal

Afbeelding: een tekening van de Slag bij Zwartewaal. De tekening is gemaakt in de periode ca.1789 - ca.1810 door Jacques Kuyper en maakt onderdeel uit van de collectie van het Rijksmuseum te Amsterdam. 

Dit alles leidt op 5 juli 1351 tot een treffen tussen de vloten van de Hoeken en de Kabeljauwen op de Maas bij Zwartewaal. Het wordt een bloederige strijd van drie dagen en nachten. De schepen van de Hoeken worden bestookt met honderden stenen uit Vlaardingen. Een van de leiders van de Kabeljauwen tijdens deze slag was Jan I van Egmont en bij de Hoeken Dirk III van Brederode. Volgens de overlevering kleurde de Maas tijdens de slag rood van het bloed. Uiteindelijk wint Willem V de slag en wordt Dirk III van Brederode gevangengenomen. Later is hij tegen een vergoeding weer vrijgekocht.

 

Opvolgers

Dirk III van Brederode overlijdt op 11 november 1377 in Leiden en wordt als ambachtsheer van Zoetermeer opgevolgd door een van zijn vier kinderen, Reinoud I 6e heer van Brederode. Jan I van Egmond overlijdt op 28 december 1369 en wordt begraven in de kerk in IJsselstein. Na zijn overlijden vielen al zijn goederen toe aan zijn oudste zoon Aernt van Egmond. Aernt deelde zijn erfenis met zijn broer Willem van Egmond en beleende hem onder andere de ambachten Zegwaart en Zevenhuizen. Zelf bleef Aernt wonen in Egmond. Willem van Egmond was degene die bij een waarschijnlijk al bestaande boerenhofstede aan de Dorpsstraat in Zegwaart een versterkte woning liet bouwen. Deze woning wordt in 1398 voor het eerst Palenstein genoemd.

Tekst: Sacha van Vlaardingen

Bronnen:

Slag bij Zwartewaal - Wikipedia 
» Zeeslag bij Zwartewaal tussen moeder en zoon (vergetenverhalen.nl)

Heren van Egmont - JohnOoms.nl
Hoekse en Kabeljauwse twisten - Wikipedia

 Lees alles over de Zoetermeerse geschiedenis hier: nieuws-2021/geschiedenis

-advertenties-

-goede doel-