bridgeBram Doeves belicht voor u elke week een mooie bridge- of dampartij. Interessante stellingen, een leuke puzzel om over na te denken of een verslag van een goed gespeelde wedstrijd. Deze week: Nog in 1967-68 grote successen Bob Slavenburg 

Bob Slavenburg en Hans Kreijns behalen in deze periode (na hun wereldkampioenschap in 1966) vooral grote successen op nationaal niveau. In 66-67 en 67-68 veroveren ze voor de derde en vierde keer de landstitel van het Parenkampioenschap en de Rotterdamse Bridgekring wordt in beide jaren landskampioen, toch vooral dankzij het feit dat Slavenburg-Kreijns voor RBK spelen!

In een zware weekendstart begin november 1966 speelde elk team tegen vier tegenstanders. Het viertal van de Rotterdamse Bridgekring won drie keer en speelde één keer gelijk en staat bovenaan. De meest opvallende prestatie was dat Slavenburg-Kreijns hun tegenstanders van Studiecentrum in een schoppencontract vijf down wisten te spelen. Hieronder volgt een supercomplexe 6SA tegen Continental. Terwijl Kokkes-Rebattu van Continental Club een tijdlang een goede partij spelen tegen Slavenburg-Kreijns, slaat het Noodlot voor hen toe in één van de laatste spellen. Immers, het spel is nauwelijks te maken, maar wel door Bob Slavenburg die eens te meer weet welke 16 kaarten nog in het spel zitten en ook nog weet te raden hoe die laatste 16 kaarten verdeeld zitten!

Noord/NZ. Uit Continental-Rotterdamse Bridgekring (naar Filarski)

Conti SK Kokkes

 

Biedverloop

Met slechts 28 punten aan hoge kaarten samen, komt het Rotterdamse paar terecht in een uiterst dubieuze 6SA. Kreijns biedt de rode, Slavenburg de zwarte kleuren, een sprongbodje, en als dan de vier azen “aanwezig” blijken te zijn, waagt Slavenburg 6SA.

Spelverloop

Kokkes komt minder gelukkig op: harten twee, Zuid (Slavenburg) maakt hartenvrouw. Slag twee is voor de ruitenvrouw op tafel. En nog lijkt het hopeloos als hierna de snit op de klaverheer mislukt. Kokkes speelde schoppen na en vijf seconden later liggen de resterende slagen op tafel via een klassieke maar heel complexe dubbele dwangpositie bij de laatste vier slagen: bij scherp spel heeft West dan nog schoppenboer, schoppen acht, hartenheer en harten zeven, heeft Noord hartenaas, hartentien, ruiten acht en ruiten twee, heeft Oost schoppenheer, schoppen zes, hartenboer en ruiten tien, en heeft Zuid schoppenaas, schoppen negen, harten vier en klaveraas. Zuid speelt nu klaveraas op en OW zijn nu gedwongen een keuze te doen uit de resterende kaarten, maar wat ze ook kiezen, Zuid kan daarop inspelen en alle vier slagen maken. Bij open kaart zal Zuid daarin na enig gepuzzel wel slagen, maar bij dichte kaart is hiervoor het geheugen nodig van een supertopbridger…, zoals Slavenburg die hiervoor nauwelijks tijd nodig had!!

Bram Doeves (Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.)

-advertenties-

-goede doel-