Deze zomer publiceren we fragmenten uit een bijzonder dagboek, het dagboek van een dyslectisch meisje op een middelbare school. Een meisje zoals ieder ander meisje, met vrienden, hobby’s, huiswerk en sport. Maar ook met dyslexie, wat niet altijd zo makkelijk is…

 

dyslexielogoDe docent is een literatuurboek aan het voorlezen. Af en toe stopt hij met lezen. Hij kijkt de klas rond en geeft een leerling de beurt om verder te lezen. Ik hoop altijd dat ik niet word uitgekozen, bang dat ik te langzaam voorlees. Meestal is het zo dat de docent iemand kiest die ‘toevallig’ even niet oplet. Dus als je gewoon goed meeleest dan zal hij je vast niet uitkiezen. Over het algemeen werkt deze tactiek goed, maar helaas niet altijd.

De docent heeft mij uitgekozen. Ik zal dus moeten beginnen met lezen. Doordat ik weet dat ik langzaam voorlees en ik dat niet wil laten merken struikel ik over mijn woorden. Hierdoor gaat het nog langzamer en ik merk dat het te langzaam gaat naar de zin van de docent. Elke keer als het woord niet vloeiend uit mijn mond komt verbetert hij me of zegt hij het woord voor. Het is duidelijk dat na een paar zinnen zijn geduld op is en hij zegt: “oké, stop maar.”

Zelf gaat hij verder met voorlezen. Terwijl hij leest bedenk ik me dat ik het weer helemaal verpest heb, en ik had mezelf nog wel zo beloofd de volgende keer sneller te lezen. Het maakt me erg onzeker, dit vooral door het idee dat je het niet kan hoe hard je het ook probeert. Ik had veel liever gehad dat hij me zelf had laten voorlezen, zonder woorden te verbeteren of voor te zeggen. Iemand die stottert laat je toch ook uitpraten?

Robyn

 

 

-advertenties-

-goede doel-