dammenBram Doeves belicht voor u elke week een mooie bridge- of dampartij. Interessante stellingen, een leuke puzzel om over na te denken of een verslag van een goed gespeelde wedstrijd. Deze week Dammen: WK dammen 1912 voor “moderne” Herman Hoogland

 Aan dit WK in Rotterdam 1912 deden 5 dammers uit Frankrijk mee en 5 dammers uit Nederland, dus het was eigenlijk ook nog een match Nederland-Frankrijk. De Fransen kwamen met de grootste favorieten voor de wereldtitel, in de personen van de kampioen van Frankrijk Alfred Molimard (24 jaar) en uiteraard wereldkampioen Isidore Weiss (45). Verder waren Marius Fabre (22) en Marcel Bonnard (26) ook heel bekend bij de Nederlandse dammers. Joseph Garoute uit Marseille was tamelijk onbekend, maar uit Franse damrubrieken bleek hij een geducht combinatiespeler te zijn. Van Nederlandse zijde hadden Jack de Haas (kampioen van Nederland, 37), Herman Hoogland (20) en Philip Battefeld (31) al ruime ervaring opgedaan tegen Franse dammers, maar dat gold nog niet voor de Hollandse meesters Henri van den Broek en Anne van Wageningen. Als de wereldtitel op het spel stond, hadden tot 1912 toe de Nederlanders geen kans gezien om de langdurige Franse hegemonie te doorbreken. In totaal waren er 18 ronden, twee per dag, ’s morgens en ’s avonds, in een bovenzaal van café Boneski aan de Coolsingel. In de eerste negen ronden zouden vooral landgenoten elkaar treffen, vanaf de tiende ronde zou het een uitsluitend internationaal gebeuren worden. Voorzitter Vervloet van de NDB heette daags tevoren iedereen welkom, vergeleek het “Poolse” dammen op de 50 velden met het dammen op de 32 velden, en sprak de hoop uit dat men overal ter wereld zou overstappen op de 50 velden, want met name de combinaties op de 50 velden waren toch veel vernuftiger en fraaier. Het wereldkampioenschap begon dramatisch voor wereldkampioen Weiss, die zich kennelijk niet of nauwelijks had voorbereid. Immers, al 18 jaar lang had niemand hem zijn wereldtitel kunnen afnemen! Maar ditmaal verloor hij maar liefst 3 van de eerste 4 partijen: van Bonnard en twee keer van Molimard. Daarna zou hij geen partij meer verliezen en na een krachtige, maar te laat ingezette inhaalrace zou hij op slechts twee punten afstand eindigen van de nieuwe verrassende wereldkampioen Herman Hoogland. Als Weiss in de eerste twee dagen (vier ronden) had kunnen “acclimatiseren” tegen minder goede dammers, was dit WK vermoedelijk heel anders verlopen. De topdammers van 1912 waren nog heel aanvallend ingesteld. Tactische wendingen werden vooral gezien als die in het eigen voordeel waren, maar werden soms gemist als die in het voordeel van de tegenstander waren. Dat leverde heel veel flitsen van tactische aard op, veel meer dan in de latere wereldkampioenschappen. De nieuwe en eerste Nederlandse wereldkampioen Herman Hoogland had toen eigenlijk al een heel moderne kijk op dammen: hij speelde op verantwoorde opbouw, won daarmee alle acht partijen van de vier zwakste spelers, en speelde hooguit remise tegen de vijf sterkste dammers. Bovendien hoefde hij eigenlijk ook geen enkel risico te nemen, want met deze speelwijze stond hij gedurende het hele toernooi op de eerste of tweede plaats! Bovendien, alle toppers blunderden wel eens, behalve Hoogland: zijn enige verliespartij was te wijten aan spelkennis die hij nog niet bezat over de betrokken complexe opening, hij was gevloerd door een buitengewoon complex “nieuwtje” (flits 2).

                                                                    

                    Nu 7-12?                                    nu 27-21?                        na 9-14          
147.1 fabre 147.2 molimard 147.3 fabre

 

Marius Fabre – Alfred Molimard 1-1. WK 1912 (27-8). Fabre is positioneel helemaal overspeeld door Molimard, maar na 7-12 (?) zit er zelfs combinatief winst in voor Fabre die er in ieder geval remise uithaalt: 37-31!!! 26 x48; 22-18 13x22; 28x17 12x21; 33-29 24x42; 43-38 42x44; 40x49 48x30; 35x2 en even later remise. De dag daarop komt een broertje van Herman Hoogland de winst voor Fabre aantonen: 37-31!!! 26x48; 22-18 13x22; 28x17 12x21 en nu 32-28 (ipv 33-29) 23x32; 38x27 21x32; 43-38 32x43; 33-29 24x44; 40x38 48x30 en 35x2 en 2-0!!

Herman Hoogland – Alfred Molimard 0-2. NK 1912 (30-8). 27-21 16x27; 32x21 23x32; 37x28 (?) Molimard reageert nu met “een nieuwtje” op deze verkeerde opstoot naar 28: 18-22!!!; 39-34 of? 22-27; 21x32 17-22; 28x17 12x21; 26x17 24-30; 35x24 19x46 (dam) en 0-2. Volgens de kranten was deze buitengewoon complexe openingsvariant wel spelkennis voor enkele Franse dammers, maar (nog) niet voor de Nederlanders!

Herman Hoogland – Marius Fabre 1-1. WK 1912, laatste ronde. Hier is gespeeld 37-31? 14-20? Beide spelers en ook de kranten uit 1912 missen de winst voor Fabre. De kranten spreken over solide positiespel van Hoogland, waartegen Fabre geen voordeel kon behalen. Programma Flits echter ziet dat Hoogland één zet verloren heeft gestaan, maar dat Hoogland zich hier nog fraai kon redden door 27-22!!! 18x27; 32x21 23x41; 34-29 17x26 en de vijfklapper 29x16. Maar Hoogland speelde 37-31 (?) en nu had Fabre heel simpel kunnen toeslaan met 23-29!! En zwart gaat winnend op zijn linkerflank doorbreken naar dam. Maar Fabre speelde 14-20 en het gevaar van verlies was gelijk verdwenen!

Bram Doeves (Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.)

-advertenties-

-goede doel-