Bram Doeves belicht voor u elke week een mooie bridge- of dampartij. Interessante stellingen, een leuke puzzel om over na te denken of een verslag van een goed gespeelde wedstrijd. Deze week:
De speeltechniek: het zwakke punt van menig bridger
In zijn bridgerubriek van 19-9-1970 stipte Herman Filarski nog eens het zwakke punt aan van verreweg de meeste bridgers, en dat is natuurlijk – aldus Filarski - de speeltechniek, waaronder ook de techniek van het tegenspel. Redelijk goed bieden is nog wel te leren, maar speeltechniek is zó veelomvattend en zoveel meer exact dan het bieden, dat spelen het zwakke punt blijft van menig bridger. Het volgende spel zag Filarski tijdens het Hunebedtoernooi te Emmen.
Zuid/NZ
| ♠ V | ||
| ♥ HT98765 | ||
| ♦ 8 | ||
| ♣ T976 | ||
| ♠ HT9 | N | ♠ AB7652 |
| ♥ AB3 | W O | ♥ 4 |
| ♦ AH6 | Z | ♦ T974 |
| ♣ A843 | ♣ H5 | |
| ♠ 843 | ||
| ♥ V2 | ||
| ♦ VB532 | ||
| ♣ VB2 |
Bieding
Er waren natuurlijk niet veel mensen die in de OW-lijn tot slem in schoppen kwamen, vooral niet omdat de meeste Noords een volgbod deden in harten. De meeste OW bleven dus steken op vier schoppen, met als “droef” motief – aldus Filarski - dat OW samen maar 27 pt hadden.
Afspel
Diegenen die wèl zes schoppen boden maakten het lang niet altijd, want als OW eerst alle troeven trekken, dan zijn er in totaal slechts 11 slagen te maken voor OW. Echter, OW kunnen in dit geval de 12 slagen echt wel maken door slechts 1x troef te trekken, en dan de ruiten te spelen (op hoop van zegen dat NZ de eerste twee ruitenslagen niet zullen introeven), en de derde ruitenslag is dan voor Zuid. Zelfs als die met troef terugkomt, kunnen OW op de goede koers blijven, want met Oost weer aan slag, kan die zijn laatste ruiten opspelen zodat die aan de korte kant door West wordt ingetroefd, en dat is dan de “extra” slag die OW nodig hebben om de zes schoppen te kunnen maken.
Bram Doeves (
U vindt alle denksportcolumns hier terug: www.zoetermeeractief.nl/sport/denksport-rubrieken
