In de jaren ’70 groeide Zoetermeer razendsnel uit tot een populaire woonplaats voor forensen die dagelijks naar Den Haag pendelden. Dat vroeg om een slimme, snelle OV-oplossing—en die kwam er. In 1977 opende de Nederlandse Spoorwegen de allereerste stadsspoorlijn van het land: de Zoetermeerlijn.
Een lus door de stad
Uniek aan het traject was de iconische spoorlus, in 1979 aangelegd en liefkozend ‘de Krakeling’ genoemd. Deze slingerde zich als een achtbaan door de stad, met daarop speciaal ontworpen sprintertreinen, destijds een noviteit.
Decennia voorbereiding
De wens voor een verbinding met Den Haag begon al in 1962, toen de gemeente Zoetermeer haar aanvraag voor een spoorlijn neerlegde bij het ministerie. Pas vijftien jaar later werd het idee werkelijkheid. Met twaalf stations binnen de gemeentegrenzen was Zoetermeer in één klap koploper in modern openbaar vervoer.
Station met visie
De Zoetermeerse stations kregen hun kenmerkende ontwerp van ir. C. Douma, toenmalig hoofd van het NS-architectenbureau. Er werd zelfs gedacht aan uitbreiding richting Alphen aan den Rijn en Rotterdam (de zogenaamde ZoRo-lijn), met gereserveerde tracés in Seghwaert en Rokkeveen. Maar deze plannen bleven op de tekentafel liggen.
Van sprinter naar tram
Sinds 2006 is de Zoetermeerlijn geen NS-lijn meer. De treinen verdwenen en maakten plaats voor RandstadRailvoertuigen. De oude stations doen nu dienst als moderne haltes, maar de Krakeling is nog altijd in gebruik.
Meer weten?
De kleurrijke geschiedenis van deze bijzondere lijn is vastgelegd in het boek 'De Sprinter kwam naar Zoetermeer' van Hans Gosselink, uitgebracht door het Historisch Genootschap Oud Soetermeer.
Elke dag het Zoetermeerse nieuws in uw mailbox? Blijf op de hoogte van het laatste Zoetermeerse nieuws en meldt u aan voor onze nieuwsbrief!
