Bram Doeves belicht voor u elke week een mooie bridge- of dampartij. Interessante stellingen, een leuke puzzel om over na te denken of een verslag van een goed gespeelde wedstrijd. Deze week: Wereldkampioen Bob Slavenburg en grootmeester Herman Filarski.
Dit stukje (hier en daar iets ingekort) is vooral nog eens bedoeld voor de 75-plussers onder de bridgers die zich het spectaculaire bridge van Bob Slavenburg nog kunnen herinneren. Bob Slavenburg had een heel speciale relatie met de uitstekende bridge-schrijver van die tijd, tevens bridge-grootmeester Herman Filarski. Vlak nadat Slavenburg en Kreijns wereldkampioen waren geworden heeft Filarski zijn herinneringen en gevoelens voor Slavenburg willen delen in het Algemeen Dagblad van 21-5-66, met als merkwaardige kop: “Het begon in Berlijn”. Want beide bridgers ontmoetten elkaar voor het eerst in Berlijn, als onderduikers, elders is ook wel te lezen dat ze eigenlijk als krijgsgevangenen in Berlijn terecht waren gekomen.
Het waren warme dagen, zo omstreeks juli 1943 (Slavenburg was toen nog maar 25, Filarski 30). Niemand zag er iets vreemds in dat twee Hollandse heren een bezoek wilden brengen aan een bridgeclub in Berlijn, alwaar een allegaartje van lieden tussen de bombardementen door hun uren doorbrachten met bridge. Bij binnenkomst werd men door de portier verwelkomd met „Herr Doktor”, welke titulatuur aanzienlijk kon stijgen wanneer men bij het verlaten van de club een grotere fooi gaf dan gebruikelijk was. De club werd gedreven door een "Frau Baronin”, die er best in slaagde het gezelschap van hele en halve onderduikers, gevluchte Russische adel, spionnen en avonturiers in de hand te houden. Filarski had toen het geluk daar Bob Slavenburg te ontmoeten die graag met Filarski tegen de Herren Baronnen en de Frauen Grafinnen robberbridge tegen een stevig tarief wilde spelen. De dagelijkse omzet was niet gering, want de toenmalige adelstand had het nog niet zo ver in de bridgekunst gebracht en dit betekende een aanzienlijke versteviging van ons vrij hachelijke bestaan. Maar niet voor lang want op zekere nacht kreeg het huis een voltreffer, zodat wij de volgende middag nog slechts een rokende puinhoop aantroffen en ons ernstig in onze bestaansmogelijkheden aangetast voelden. Na de oorlog hebben Slavenburg en ik talloze bridgepartijen met en tegen elkaar gespeeld. Kort na 1945 speelden wij wekelijks éénmaal samen in Amsterdam, ergens in een oud kantoor waar een aantal handelaren de laatste vrolijke uren met hun zwartgeld beleefden. Bob Slavenburg is in zaken gegaan en Filarski in de journalistiek. Natuurlijk is Bob ook toegetreden tot de Nederlandse Bridgebond, waarin hij lange tijd het "enfant terrible” geweest is. Bob was ook goed in allerlei sporten en leek mede daardoor een onuitputtelijk uithoudingsvermogen te hebben. In Sint-Vincent (Italië) ondervond ik dat weer eens. Ik was na een zeer drukke dag om drie uur in bed gekomen, Slavenburg ongetwijfeld ook, maar niettemin ging de andere ochtend om half negen de telefoon op mijn hotelkamer. Dat moet Slavenburg zijn dacht ik - het was hem!
Het belangrijkste van het bridge, dat hij samen met Hans Kreyns speelt, is, dat het zeer eenvoudig is en gebaseerd is op natuurlijke biedingen, in deze tijd van de onafzienbare rijen conventies een unicum. Het wereldkampioenschap, dat Kreyns en Slavenburg wonnen, kan men een overwinning van het gezonde verstand op de systemen noemen. Voor alle puntentellers, systeembouwers en systeemliefhebbers is dat kampioenschap een vreemde, misschien zelfs een nare zaak. Talloze anderen echter zullen er blij mee zijn, want het bewijst dat men bridge zéér goed met zéér weinig ingewikkeldheden kan spelen. Mooi was het in de laatste ronden van het toernooi te ervaren, hoezeer de Amerikanen trachtten onze grote kampioenen ervan te overtuigen dat zij kansloos waren. Bij de Amerikaanse "voorspellingen” tijdens het vorderen van het toernooi, kwamen Kreyns en Slavenburg niet in het stuk voor. Des temeer echter bij de definitieve einduitslag!!
Slavenburg en Kreyns zijn reeds vele jaren lid van de Rotterdamse Bridgekring 1935, waarmee zij reeds talloze successen hebben beleefd. De club zal zijn nieuwe wereldkampioenen ongetwijfeld huldigen en daarbij zullen dan leden zijn die denken: „Hoe was dit mogelijk?” Want bridgers vinden van anderen altijd, dat die toch niet zó best spelen. Kreyns en Slavenburg denken er misschien ook wel zo over, maar zij hebben daar nu tenminste het volste recht toe!
Naar Herman Filarski; Bram Doeves (